« Terug

Heikikker

Details

Categorie
Wetenschappelijke naam Rana arvalis
Opmerkingen
Bron
Link http://nl.wikipedia.org/wiki/Heikikker
Bijzonderheden

Kikkers en padden vallen onder de wetenschappelijke orde Anura in de klasse van de amfibieën. Anura betekent letterlijk zonder staart en dit is het grootste verschil met alle andere amfibieën. Ze ontwikkelen wel een staart, maar deze verdwijnt tijdens de gedaanteverwisseling van visje tot volwassen dier [de metamorfose]. Amfibieën zijn koudbloedige dieren die een deel van hun bestaan in het water doorbrengen en een deel op het land. Het belangrijkste verschil tussen kikkers en padden is dat padden een volledig ontwikkeld orgaan van Bidder hebben, terwijl dat bij de kikkers in het verloop van de evolutie gedegenereerd is. Dit orgaan is bijzonder omdat het mannetje eicellen kan laten aanmaken en zo als het ware mannetjes in vrouwtjes kan veranderen. Kikkers overwinteren in de modder van sloten, padden kruipen in de grond, soms met groepjes bij elkaar. De padden komen in het voorjaar weer uit hun schuilplaats en trekken dan massaal naar de waterrijke gebieden waar ze geboren zijn. Hun ultieme vijand bij deze trek is dan ook de auto. Nog enkele verschillen, padden hebben een wat pokdalige huid en voelen wat ruwer aan, kikkers zijn over het algemeen veel gladder, padden lopen wat meer terwijl kikkers veel beter springen. De vochtige heide is bij voorkeur het leefgebied voor de heidekikker, groene en bruine kikker, maar ook de gewone pad en soms de rugstreeppad.

Bij zowel de kikkers en de padden zijn de vrouwtjes duidelijk groter dan de mannetjes. Goed te zien bij de paddentrek in het voorjaar, je ziet dan vaak een vrouwtjes pad met het mannetje op haar rug.

De heikikker leeft vooral in veenmoerassen, vochtige heidevelden, blauwgraslanden en duinpannen en eet insecten, slakken, wormen enz.

In de paartijd (maart en april), is het mannetje blauwachtig van kleur en na de paring en bevruchting legt het vrouwtje tot 2000 eieren in 1 of 2 bolvormige hoopjes in het water. Daarna wordt het water verlaten om er in de herfst terug te keren en te overwinteren. De metamorfose duurt ongeveer 2 tot 3 maanden en het amfibie is geslachtsrijp na 3 jaar. Op het land is het een nachtdier, maar jonge exemplaren zijn ook overdag actief.