« Terug

Das

Details

Categorie Marterachtigen
Wetenschappelijke naam Meles meles
Rode lijst streng beschermd
Opmerkingen
Bron 2
Link http://nl.wikipedia.org/wiki/Meles_meles
Bijzonderheden

In het kader van de uitvoering van het Natuurherstelplan is in 2014 een onderzoek gedaan naar de aanwezigheid van beschermde plant- en diersoorten. Hieruit bleek dat er 2 incidenteel gebruikte dassenburchten op de heide voorkomen.
Hier moest de uitvoering van de werkzaamheden op afgestemd worden, er mag namelijk volgens de Flora- en faunawet geen verstoring plaatsvinden wat betreft dassenburchten.
Het dier leeft vooral op de grens van hoog en laag bijvoorbeeld langs een rivier- of beekdal. Belangrijk is dat er een burcht aangelegd kan worden, die moet dan wel enkele meters boven de grondwaterspiegel liggen. Als we dus de grondwaterstand op de heide willen verhogen is dit wel een punt van aandacht.
De das is een zoogdier en behoort tot de marterachtigen. Het zijn typische alleseters en leven van kleine prooidieren zoals muizen, nestjongen van konijnen, engerlingen, emelten en andere insecten, regenwormen, slakken, maar ook aardbeien, afgevallen fruit (appels en peren), eikels, knollen, granen zoals bijna rijpe haver en maïs en zelfs klaver en gras. Je kunt het je bijna niet voorstellen, maar ook kadavers, bijvoorbeeld dode houtduiven en zelfs egels worden verorberd. Het hoofdvoedsel is wel de regenworm. Dassen kunnen per nacht wel 200 regenwormen eten, wat voldoende is voor de basale voedselbehoefte.
Om een indruk van de grootte te krijgen zijn de ♂♂ iets groter dan de ♀♀; gewicht van 7 tot 19 kg. lengte van 67 tot 80 cm. Met een vrij lange staart, tot wel 19 cm.. Ze hebben een schouderhoogte van 30 cm. Hun gemiddelde territorium is 30 tot 50 ha., wat met behulp van geurmerken en mestputjes gemarkeerd wordt.
De das houdt in de winterperiode geen echte winterslaap, maar meer een rustperiode. Het zijn echte nachtdieren. Vanuit hun zelf gegraven burchten trekken ze via vaste paadjes naar hun foerageergebieden.
Na een draagtijd van 2 maanden [kan uitgesteld, verlengd worden van 3 tot 10 maanden] werpt het vrouwtje in de hoofdburcht in februari of maart 2 tot 4 jongen. Deze jongen komen zo rond half april buiten de burcht maar blijven tot de herfst zeker bij hun ouders. Na ongeveer 2 jaar zijn ze echt volwassen. In de vrije natuur kunnen dassen de respectabele leeftijd van 15 jaar bereiken.